Dag 38: Hiroshima mon amour

Hiroshima mon amour. 75 jaar geleden vielen twee atoombommen op Nagasaki en Hiroshima. Dat is inmiddels zo lang geleden dat het geschiedenis is geworden. Niets van wat we zien in onze reis van 6 weken wijst naar deze gebeurtenissen.

Dat geldt overigens voor alle gebreken die de mensheid op andere plekken openlijk kwellen. Geen zwervers, geen armoe, geen sexuele uitbuiting, geen misdaad, geen ernstige ziekten. Ooit waren de Yakuza, de Japanse maffia, een duidelijk deel van het Japanse straatbeeld. Nu is het een misdaad om lid te zijn van de Yakuza en dus zie je die niet meer. Maar betekent dat ook dat ze weg zijn? In veel films zie je geweld door jongeren tegen bejaarden en zwervers, zoals in de film Tokyo Godfathers uit 2003. Twee gestalts waarvan we niet kunnen uitmaken wat er gebeurt en wat niet, anders dan dat we het ons zouden kunnen voorstellen. Geen Yakuza meer? Heeft Takeshi Kitano dan al zijn films uit zijn duim gezogen? Volgens de media wel. Ik lees allerlei zoetsappige verhalen over ex yakuza die aan het soliciteren zijn en hun tatoeages weg laten branden en andere die nu een Udon restaurant hebben.

Bij gebrek aan werkelijkheid lees ik over wat er plaatsvond in Hiroshima en vooral daarna. Het boek Hiroshima van John Hersey uit 1946, waar hij een pulitzerprijs voor kreeg en het boek Hiroshima notes uit 1965 van Kenzebaro Oe. John Hersey gaat een jaar nadat de bom ontploft is naar Hiroshima voor de New Yorker en interviewde 6 overlevenden. Kenzebaro Oe doet dat in 1963 en later. Ze doen beiden wat ik ook zou doen. Er naartoe gaan en vragen stellen en rondkijken. De ervaring van wat er speelt. De ander in de ogen kijken. Maar dan respectievelijk 75 en 60 jaar geleden, toen de aarde nog heet was van de straling. Dat land is voor ons onbereikbaar geworden. In 1995 waren er nog 100.000 overlevenden van de moord met voorbedachten rade, dus nu anno 2019 verwacht ik er nog een handjevol, zeer bejaarde mensen die over de lichtflits kunnen vertellen.

Ik kijk opnieuw de film Barefoot Gen uit 1983. En de films van Akira Kurosawa, die het thema blijft gebruiken in zijn films. Zoals in Rhapsody in August met Richard Gere uit 1991 en I live in fear uit 1955.

Op Internet vind ik voor het eerst een krant die kritische artikelen schrijft over Japan. The Asia Pacific Journal.  Het zijn peer reviewed online artikelen en biedt een schat aan info over Japan en zijn buren. De hoofdredactie bestaat uit universiteitsmedewerkers. Die zitten in Amerika, Australia, Japan, Canada en Macau. Hierin veel artikelen over Hiroshima en wat er daarna gebeurde. Interessant en minder die hype-hype-hoera teksten die je in veel literatuur vindt over Japan zoals in het boek Four Seasons in Kyoto van Pico Eyer, die zowat klaarkomt bij elk stap die hij zet in Kyoto en jubelend ’s avonds slapen gaat. Duidelijk op zoek naar subsidie van de terrouristen industrie. Hoe hij beschrijft dat ie samen met zijn moeder in een terrouristenbus naar alle sightseeing gaat. Maar we dwalen af.

Ik ga een paar stukken besteden aan Hiroshima en Nagasaki. Het is verdwenen uit ons geheugen, het is een geschiedenisfeit zoals de slag bij Waterloo. Alleen met het opzeggen van het verdrag tussen America en Rusland over wie de eerste bom mag gooien en het begin van een nieuwe koude oorlog, is het actueel. Het kan morgen weer gebeuren en 1000 keer erger. Rusland beweert een bom te hebben, de SR-28-bom, die in één keer een gebied ter grootte van Frankrijk kan wegvagen. En dat is niet alles, door een dergelijke bom zal de atmosfeer verbranden en zodanig aangetast worden dat het leven op deze planeet alleen nog mogelijk is voor beesten ter grootte van een eekhoorn. Dat gaan wij niet redden. Zo klein worden.

Ik lees overal een discussie die is ontstaan na de A-bom. Ik lees dat her eerste jaar na bom, de stemming jubelend is in Amerika. “Miljoenen woorden” worden geschreven om het nieuwe tijdperk te bejubelen. Totdat het boek en het artikel van John Hersey verschijnt in 1946, waarin hij van 6 mensen het getuigenverslag geeft. Dan kantelt de publieke opinie.

De discussie die dan ontstaat gaat over de legitimiteit van het gooien van de twee bommen. De ene theorie na de andere theorie passeren de revue. Oliver Stone in the Untold History of the United States en Adam Curtis in Pandora’s Box laten in hun documentaires geen spaan heel van de aanname dat Japan capituleerde vanwege de twee bommen. Maar ja, de voorstanders laten dan daar weer geen spaan van heel.

Wat ik mis is in die discussie is de vraag aan de besluiters van de capitulatie. Op enig gegeven moment hebben de keizer en zijn ministers en hun generaals bij elkaar gezeten en hebben gezegd. Ok, we stoppen ermee. Iemand heeft dat gezegd en die iemand weet waarom. Dat is nergens te vinden. En toen was de rest het er al dan en al dan niet schoorvoetend mee eens. Op 15 augustus hield de keizer een toespraak voor het hele volk waarin hij zo omfloerst zegt dat ze gecapituleerd zijn, dat je zou denken dat ze gewonnen hebben, maar uit ridderlijkheid de vijand ook een stukje van de eer gunnen. Voor veel Japanners zo lees ik, was de keizer een godheid en het horen van zijn stem het horen van een god, en dat wel voor de eerste keer in hun leven.

Terug naar dat moment, dat ze bij elkaar aan tafel zaten, waarover spraken ze? Het was zeker geen biotex. We weten dat de Japanse bovenbazen de bom op Hiroshima stil hielden in de dagen na de 6 augustus. En de tijd tussen de tweede bom op 9 augustus en de Capitulatie is 6 dagen. Klinkt weinig, maar de tijd tussen Hiroshima en Nagasaki is maar 3 dagen. Wat gebeurde er dat er niet weer binnen 3 dagen een A-bom werd gegooid? Wie besloten om het stil te houden?

Het is ook gek dat Hirohito zo buiten schot blijft. Ze misten daar een Stephen Colbert om de macht onder een kritisch vergrootglas te leggen zodat er satire van gemaakt kon worden. Als we alle verhalen naast elkaar neerleggen komt er een beeld naar boven waarin de Keizer dan wel gezegd had dat ze in oorlog zouden gaan maar er toch op tegen was. Maar ja, die ministers en die generaals wilden zo graag, daar doe je als keizer niets aan. En tegelijkertijd staat er overal het verhaal dat de woorden van de keizer onweersproken uitgevoerd diende te worden en dat wat de ministers en de generaal betreft er helemaal geen oorlog zou plaatsvinden. Diplomatie voor Oorlog? Hirohito zei het wel maar bedoelde het niet zo en de ministers en generaals hadden beter moeten luisteren. Dat Hirohito een premier aanstelde die al als generaal oorlog wilde voeren in China, zeggen de geschiedenis boekjes, Hideki Tojo, was natuurlijk ook een beslissing waar hij niet verantwoordelijk voor kon zijn. En dat Hideki niet meer op het toneel stond bij de capitulatie een detail. Wel mocht hij in 1984 na een schijnproces zijn nek in een strop steken.

Maar zijn baas, Hirohito, bleef buiten schot. Hirohito zo, lees, werd niet goed op de hoogte gehouden van de feiten, zeker niet aan het einde van de oorlog. Och arme. Je begint in 1936 een alles vernietigende oorlog en daarna wordt je niet goed op de hoogte gehouden.

Het volk is er tot op de dag van vandaag nog niet uit wat er volgde. Dat Hirohito geen godheid meer was en dat de Amerikanen die die bommen hadden gegooid, opeens de beste maatjes werden met de Japanse elite. De Amerikaanse basis is en blijft een controverse voor het volk, getuige de protestmanifestaties die we in Kyoto zagen en waar we over lazen in de lokale suffertjes, die ze kranten noemen. Dat de Keizer geen godheid meer was, heeft tot veel controverse geleid. De schijver Yukio Mishima schreef boeken waarin hij het thematiseerde, zoals het boek The sailor Who fell from grace with the sea, waarin hij een zeeman laat vermoorden door de jeugd, die zijn roeping verloochent voor de liefde van een vrouw. Hij was een fel voorstander van het herstellen van het Keizerrijk. Hij pleegde in 1970 sepuku nadat hij had gepoogd een coup van het leger te plegen en het leger ervan te overtuigen dat ze terug moesten naar de oude tijd.

In de Film Mishima A life in four Chapters uit 1985, laat Paul Schrader zien hoe hij wordt uitgelachen door de officieren, waarna hij sepuku pleegt. Hij schreef overigens briljante boeken, een soort Celine van Japan.

Een moeras, een Keizer die mag blijven zitten, een liefdesrelatie met zijn overwinnaars aangaat en een volk dat moet zwijgen en dat nog doet ook. Is daar nou veel veranderd?