Dag 27 Ambigu

We begonnen de reis naar Japan met een verhaal over ambiguïteit. En een verhaal over liminaliteit. Over ons beeld van Japan middels de boeken die we gelezen hadden, de films die we gezien hadden en in minder mate de terrouristische informatie uit gidsjes. Als je die laatste zou moeten geloven, dan is Japan een aaneenschakeling van oude tempels en een overdadige historie.

Ambiguïteit is een ambigu begrip. Er wordt mee uitgedrukt dat het afhankelijk is van de persoon wat de waarheid is en dat verschillende mensen vanuit een ander positie een ander beeld kunnen hebben. Iedereen ziet net even iets anders. Het is vaak onduidelijk waar dat verschil vandaan komt, zodat ambiguïteit vaak tot conflicten leidt over de waarheid. In het verhaal A Bamboo Grove van Akira Akutegawa vertellen 7 mensen voor de rechter hun verhaal over de moord op Takahiro. Zelfs de geest van de Takahiro getuigt. Iedereen is het over een paar feiten eens en iedereen verschilt op een punt van de rest. Hierdoor is het uiteindelijk niet meer uit te maken wie de waarheid spreekt. Of misschien waren er wel meerdere waarheden en was de situatie ambigu.

Vaak wordt ambiguïteit ook gebruikt om onduidelijkheid aan te duiden, maar dat is iets anders. Dat we heel veel niet kunnen zien kan tot ambiguïteit leiden, omdat je een ander verhaal hebt dan iemand die meer of iets anders ziet, maar iets dat voor jou onduidelijk is, ook ambigu noemen is alleen kloppend als je meerdere verhalen hebt die niet op elkaar aansluiten. De situatie kan heel helder en ambigu zijn, als je zegt dat er je alle verhalen kent en ze naast elkaar kunt laten bestaan, zonder te pogen om er één waarheid van te maken. 

Het begrip liminaliteit betekent zoiets als drempelervaring. Een mens gaat door een periode in zijn leven, waarin hij overgaat van de ene fase naar de andere. Zoals van een kind dat via de pubertijd volwassen wordt. Of een kind dat via het staatsexamen toetreedt tot de arbeidende klasse. In de jaren zeventig werd dat ook van groepen gedacht. Zoals de hippie communes in Amerika.

Het idee kwam boven om Japan als liminaal systeem te zien. In het boek van Alex Kerr komt hij met de open poorten naar de tempels toe. Waarom zou je een poort maken als je de deuren altijd openhoudt. Als je daar de drempel overgaat stap je van het profane naar het heilige en vice versa, is zijn gedacht. De poort als limenaal token. Mijn vraag was hoe diep dat zat in de Japanse samenleving. En nog uitgebreider, gaat Japan over van een oud systeem zoals het feodale keizerrijk naar een open democratie en waar merk je dat aan.

Daar kwam de lezing van Kenzebaru Oe bovenop die hij hield tijdens zijn ontvangst van de Nobelprijs. Hij noemde het, Japan, the ambigious and myself. Ambiguïteit is in zijn verhaal niet duidelijk omschreven zodat het zelf ook ambigu is. Het drukt een Japan uit dat in verhalen van Nationalisme en Poging tot Democratie uiteenvalt en het drukt zijn houding uit ten opzichte van het huidige Japan. Hij voelt zich meer aangetrokken tot de Ierse dichter William Butler Yeats dan tot zijn Nobelprijsvoorganger Kawabata. Daarmee wordt de schrijver zelf een ambiguïteit. Waar staat hij voor? Is hij buitenstaander of hij Japanner, maar dan wel tegen wil en dank, of is hij, wat meer waarschijnlijk is allebei. Dat koppelt hij aan Japan. Waar staat Japan voor? In zijn verhaal voor de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Je kunt Japan, na wat het gedaan heeft niet meer Beautiful noemen zoals Kawabata.

Voor hem was Japan sinds de Meiji restoration in een proces van vergaande op het westen georienteerde ontwikkeling die ruw werd verstoord door een van de consequenties van die westerse orientatie, de invasie van andere aziatische landen en uiteindelijk de aanval op dat westen zelf. Het bracht japan terug naar de middeleeuwen. Toen Kenzebaru Oe deze lezing hield in 1994, zat de economie net in een dip, nu 25 jaar later lijkt het een te welvarend land.

Je kunt dus zeggen dat Japan in een proces van ontwikkeling zichzelf ruw verstoorde maar nu als derde economie van de wereld, eerder geleerd heeft van die periode, dan dat het land definitief een derdewereldland bleef. Veel aan de buitenkant zal geholpen hebben, zoals het belang dat Amerika heeft aan een militaire basis in Azië, waar dan weer een klein raketmannetje van denkt dat ze er voor hem zitten, maar goed.       

Wij zien een welvarend land om ons heen, met een zekere argwaan, want het neo liberale systeem brengt zijn eigen armoede voort. Termen zoals links en rechts zijn niet direct te plakken op de mensen die we zien. Wel kun je lezen dat een rechts georiënteerde partij, al sinds 1952 aan de macht is, een paar onderbrekingen daargelaten. Misschien kunnen we beter conservatief zeggen, behoudend en gericht op welvarend worden. America first schijnt volgens Ian Buruma dan ook heel populair te zijn in Japan, zij het dat het Japan first is.

Het lijkt me dat de westerse invloed van een concept zoals “democratie” zijn plek wel gevonden heeft. Overal hangen plakkaten van vriendelijk lachende mannen, en een enkele vrouw. Daar mag je op stemmen. Dat proces van mensen kiezen zal ongetwijfeld geolied lopen. Maar dieper lijkt het me nog wel een ander proces dan wij in het westen gewend zouden moeten zijn. De discussie, de opstand en het verzet ontbreekt. Behalve de studenten opstand in 1962 kom ik weinig tegen van een kritische pers. Misschien is het wel zo zoals ik bij de Japanse politicoloog Masao Maruyama lees. Democratie vereist een horizontale dialoog en Japan is tot in zijn haarvaten verticaal. Ik weet het niet. Te onduidelijk.

De thema’s die ik tegenkom als de huidige problematiek gaan over vergrijzing, de jappaner leeft met zijn gemiddeld 82,5 jaar het langst van alle volken, het te lage geboortecijfer, ik meen met 1,4 en de daaraan gekoppelde krimp van de bevolking met een half miljoen mensen per jaar. Het verloren gaan van de oude cultuur lees ik nergens als iets wat een probleem is. Volgens Kenzebaru Oe wordt er nog nauwelijks gelezen. Van hem worden 3000 boeken verkocht als hij weer een schrijft. Haruki Marikami, de veelschrijver, verkoopt er wel miljoenen, maar dat is dan wel de enige. De oplossing van het vergrijzingsvraagstuk wordt conservatief opgepakt zoals in het westen. Stop die mensen bij elkaar, lekker economisch en stop ze in leeglopende dorpen, is dat probleem ook opgelost. Lekker plat.

Over het afnemen van het geboortecijfer lees ik alleen dat Shinzo Abe in 2015 een panel samenstelt van politici en intellectuelen die met oplossingen moet komen. Daarna lees ik er niets meer over.

De low birth rate moet ge-“boosted” worden. Misschien neuken ze gewoon te weinig. Kun je dat ook boosten? Het lijkt wel of ze een baby-bedrijf willen runnen, zoals ze er in het artikel over praten. De profit moet omhoog en dat doen we door te bezuinigen en meer te verkopen.

Na 2015 vind ik geen verwijzing naar slimme plannen om de Japanners aan het neuken te krijgen. Het is opvallend stil. Is het wel een probleem voor de elite.  Ik zie in een filmpje uit 2018 wie de hoofdschuldige is. 10% van alle mannen is onvruchtbaar en wil geen medische hulp bij hun probleempje.

Wel lees ik dat men meer toeristen wil 50.000.000 na 2020. Zou het een lokkertje zijn?

Al met al, is het allemaal wel onduidelijk maar niet Ambigu. Het volk is behoudend blijkt uit het stemgedrag en aan de problemen wordt niet echt aandacht besteed, dus zullen ze het ook wel niet zo ervaren. Het land is eerder al uit enige limenale fase dan dat het er middenin zit, lijkt me. En er is weinig ambiguiteit over na 70 jaar een conservatieve regering, lijkt me.