Dag 25: Kyoto stad

Vrijwel alle huizen in Kyoto zijn beige-achtig met wat bruin hier en daar. De meeste zijn een benedenverdieping en een 2de verdieping. Er zijn drie bouwperioden dominant lijkt het. Er zijn nog de oude houten huizen, niet al te veel meer. Er zijn huizen die daar wat op lijken maar moderner zijn, veelal van stenen en er zijn huizen die er heel nieuw uitzien. Ik schat dat het 3 perioden zijn. De houten huizen staan er al van voor de 2de wereldoorlog, de wat modernere zijn daarna gebouwd en de nieuwe zijn van de laatste 10 jaar. De laatsten zijn van plastic lijkt het wel. Als je op de muren klopt klinkt het hol. Geen steen of beton te bekennen. Er is in de laagbouw weinig beton te bekennen. De tussenperiode zijn veelal wel naar de stijl gebouwd van de houten huizen, maar dan van meer moderne materialen. Het ziet eruit alsof de stad nog niet zo lang geleden gebouwd is. Dat heeft te maken, lees ik hier en daar met het gewoon afbreken van het bestaande en er nieuwbouw voor in de plaats zetten.

Ik lees in een boek van Alex Kerr, dat zijn leermeester David Kidd in 1952 in een authentiek Kyoto aankwam. Eeuwenlang was het zoals het was. Daarna begon een proces van afbraak en herbouw in een modernere en vooral meer saaie stijl. Van het oude Kyoto is niet veel meer over. Je moet ernaar zoeken of het toevallig vinden zoals ons Restaurant Kinmata dat zich in een oude houten herberg bevindt dat op de lijst staat van de Unesco. Dat preserveren van oude gebouwen is ook meer wat voor Amsterdam of zo.

Het oude Kyoto was voornamelijk van hout. Een niet bepaald sustainable manier van bouwen lees ik weer ergens anders, de bossen om Kyoto heen zijn verre van origineel. De ceders en sparren die er nu staan zijn er gepland nadat elke boom eruit gesloopt was om aan de vraag naar hout te voldoen.    

Je hebt veel op elkaar gepakte eensgezinswoningen die eensgezind naast elkaar staan met hier en daar wat apartementsgebouwen van 3 of hooguit 4 etages. Alleen in het centrum staat hoogbouw. De rest van de stad doet dorps aan. De stad ligt in een soort dal aan drie kanten ingesloten door bergen. Alleen richting Osaka ligt het open. Langs de oever van de rivier Yodo is het dal volgebouwd zover het oog kan zien. Kyoto gaat dan ook vloeiend over in Osaka. Ik zie weinig bouwwerkzaamheden. Op plekken waar huizen hebben gestaan, geen rotte kiezen, zoals in veel wereldsteden, maar de grond is bijna een zentuin met een laag grind en de aanpalende huizen zijn keurig afgeplakt met houtwerk, waar je de vorm van het oude huis nog in kunt zien. We komen vlak bij het centraal station, tussen het metrostation

Vanaf ons huis in het “noorden” van de stad is het 11 kilometer naar het centraal station. Althans op de taximeter. Vanaf het station strekt Kyoto nog eens 11 kilometer uit naar de bocht in de rivier waar ik vermoed dat Osaka ergens begint. De boel is flink volgebouwd. In de breedte zal het 4 tot 6 kilometer zijn. Waar je ook loopt kun je de bergen zien. De bergen links en rechts van de stad en de bergen die het dal afsluiten. Die bergen zijn wat de verder saaie stad mooi maakt. In feite loopt de stad van het westen naar het oosten. Maar de kaart wordt een kwartslag gedraaid zodat het westen boven komt te liggen. Wij wonen op de flank van de berg, maar met de bus ben je in een kwartier down town en met de metro wat langer omdat die om de stad heen rijdt.   

Het stratenplan is heel simpel, het zijn elkaar 180 graden kruisende straten. Een groot ruitjespatroon, met hier en daar een knikje. Op veel “dwars” straten kun je zowel links als rechts de bergen zien liggen. De hoofdstraten zijn meestal links en rechts wat hoger bebouwd en het verkeer raast er voort. Ze zijn immens breed. Wachten op het groene licht van de stoplichten is een zen-meditatie. Door rood lopen, wat wij als rechtgeaarde Amsterdammers en wereldburgers gewoon zijn te doen is om twee reden een risico. Ten eerste rijdt het verkeer hier aan de verkeerde kant. Het is links aanhouden. En ik kijk steevast rechts of er wat aan komt om af en toe bijna door een linksrijdende auto geschept te worden. Sommige dingen werken niet snel. Daarbij komt dat ze het niet gewend zijn. Ze schrikken zelf ook als er iemand door rood loopt. Dat doet niemand hier. En dat betekent dat ze je gewoon niet zien. Ook als je “keurig” midden op de weg, de tweede helft probeert over te steken. We hebben al een paar keer aardig in de rats gezeten… zagen ze ons nou niet, of was het toch een onderdrukte xenofobie, die plots bovenkwam.

Langs de straten kan niet geparkeerd worden. Behalve de heel brede straten voor het verkeer, zijn alle parallelle straten niet veel breder dan een auto. Mensen hebben in of bij hun huis een parkeerplek voor hun voiture, en ik zie overal parkeerplaatsen en garages.

Buschauffeurs zijn hier ongekend braaf. De agressie die we in Sao Paulo en Amsterdam gewend zijn is hier afwezig. Het keihard optrekken en dan op het allerlaatst remmen is hier niet. Met de bus en de metro kom je in elke uithoek van de stad.

Er zijn in de stad voldoende supermarkten. Een studie waard. Er zijn twee soorten zo op het eerste gezicht. Supermarktjes zoals 7/11 en Ministop en Lawsons die gericht zijn op de single. Je kunt hier drinken, klaargemaakte maaltijden en snacks kopen en een minimum aan vers fruit en groente. Wel eenspersoons pakjes met gesneden kool of iets dergelijks en bakjes met een portie voorgekookte rijst. En je hebt de grotere supermarkten waar veel meer freshmarket is. Daarnaast is er in een soort cirkelbeweging naar het centrum toe in deze supermarkten die in grootte verschillen van een buurtsuper tot enorme hallen, een enorm assortiment aan delicatessen die toeneemt in luxe en hoeveelheid naar het centrum toe. Al het denkbare dat klaargemaakt kan worden ligt daar uitgestald. Met natuurlijk alle huishoudelijk artikelen en keukenbenodigdheden zijn het winkels met een zeer uitgebreid assortiment.

We hebben twee marktstraten ontdekt. Een in het terrouristendistrict en twee kilometer daarbuiten vlak onder het Kasteel Nijio. Op de terrouristenmarkt Nishikimarkt kun je zakjes sesamzaad krijgen voor 8 euro en andere delicatessen voor 4 keer de normale prijs. Het is daar meestal vreemd druk dus we mijden het zoveel mogelijk. De andere overdekte markstraat ontomocho bezoeken we verscheiden keren tevergeefs, het is er een dooie boel.

Het idee van marktkraampjes is hier kennelijk vreemd. Er staat er welgeteld een met groente. Voor de rest zijn het allerlei winkeltjes, wat koffiehuizen, een paar restaurants en een paar supermarkten. De straat is wel overdekt en uit de speakers klinkt zacht muziek. Een wonderschone stem vertelt ons regelmatig in het Engels en het Chinees dat je er als foreigner specialty products kunt krijgen. Speciaal van en door Japanners gemaakt voor de foreigner.

Het zal wel.