Dag 2: Knowledge shall be sought all over the world

Emperor Meiji besluit in 1886: Knowledge shall be sought all over the world, and thereby the foundations of imperial rule shall be strengthened. 

De kennis die daarvoor alleen uit China kwam, kwam daarmee ook uit het westen. De cultuur van een goddelijke keizer als referentiepunt van alles blijft onaangetast tot aan de abdicatie van de Keizer na de 2de wereldoorlog in 1945. Dan pas begint de cultuur zich ook meer te openen. De schrijvers en intellectuelen bestuderen en kijken naar het Westen voor het maken van hun werk. De meeste schrijvers zijn afgestudeerd in een vreemde taal. Yasunari Kawabata studeerde Engels en liet zich beinvloeden door Rabalais, Kenzebaru Ooe is een specialist in Franse letterkunde, Kobo Abe was een kenner van de Duitse filosofie en Mishima noemt Georges Bataille, Pierre Klossowski, and Witold Gombrowicz als zijn bronnen. Wel lees ik dat al die behoefte aan een metafysisch vertoog waaraan het westen lijdt, bij de Shinto niet aanslaat. In de praktische wereld valt al zoveel te ervaren dat men geen behoefte voelt om zich bezig te houden met hogere machten, if any.

Die binnenkant is lastig te zien, die buitenkant wat makkelijker. Ik maak daarbij wel een onderscheid tussen gedrag en overtuigingen.

oGedrag kan ik zien. Overtuigingen kan ik vermoeden. In het boek Duizend Kraanvogels van Yushiro Kawabata (1950) lees ik dat de dingen ook een menselijke historie hebben. Het is niet slecht een gebruiksvoorwerp dat zich aandient, het is in gebruik geweest door deze of gene. En in het geval van de theeattributen voor de theeceremonie, soms wel eeuwenlang. Een dimensie die in onze manier van denken niet voorkomt. Wij hebben het over das Ding an Sich. Bij ons is een voorwerp als eerste een gebruiksvoorwerp. En onze meest scherpzinnige filosoof der dingen komt niet verder om ze als zu-handen (direct te gebruiken) of  voorhanden (wel aanwezig maar niet beschikbaar) af te schilderen. (Al weet ik niet wie die wij zijn).

Er gebeuren in deze roman twee dingen met die geschiedenis. Ten eerste zegt hij dat mensen incidenten zijn in het leven van voorwerpen die door de eeuwen heen gebruikt zijn. Dat laat je wel even stil staan bij de dingen waarvan je vermoed dat ze oud zijn. In het geval van het boek van Kawabata een theekop. Ik lees dat ook bij Basho, die op zijn reis naar het noorden op bezoek gaat op plekken waar zijn dichtende voorgangers ook hebben verbleven. Daarmee wordt zijn reisverhaal een enorm diep verhaal voor hen die zijn voorgangers kennen en voor ons een mooi verhaal, maar het meeste ontgaat ons. Een reisverhaal is dan niet alleen een verhaal over een reis maar ook een bezoek aan iedereen die ertoe doet en deed.

Het tweede dat Kawabata doet is de voorgaande gebruiker aanwezig laten zijn in het voorwerp. Hierdoor is het niet meer vrijblijven dom het voorwerp te gebruiken. Kikuji de hoofdpersoon ontvangt van haar dochter de theekop van zijn minnares die zelfmoord heeft gepleegd. Hiermee blijft hij verbonden met haar totdat de dochter de theekop kapot gooit. Het is een kop die al eeuwen oud is en ook van zijn vader geweest is. Uiteindelijk staat de theekop van zijn vader naast de theekop van zijn minnares en de minnares van zijn vader. Samen met de dochter van zijn minnares brengen ze deze twee bij elkaar. Het is, staat er dan, alsof zijn minnares en zijn vader aanwezig zijn bij het theedrinken van Kikuji en de dochter van zijn minnares.

Aan de ene kant vindt ik dat onze westers denken ervaren verbleekt bij een dergelijk ervaren en denken. Aan de andere kant weet ik niet of dit vooral een denken is van een elite die wellicht al niet meer bestaat. Ik kan het niet afleiden aan gedrag. En er naar vragen heeft geen zin. Of het is een onbewuste aanname,  het is een bekend gegeven, waaraan niemand echt hecht.

Het hele consumenten idee van elk jaar een nieuwe telefoon “uit te vinden”, doorbreekt de traditie om eeuwen een theekop te gebruiken. Wie heeft de televisie van zijn Oma nog in de woonkamer staan? Met de moderne tijd sterven wellicht hun voorvaders.

Nogmaals, dat is dus niet te zien. Is het een droom van Kawabata waarin een Japanner die dat leest zich graag herkend? Of hebben we hier te maken met een weten dat doorgedrongen is tot allen lagen van de bevolking.

Lezen Japanners wel? Volgens Kenzebaru Oe neemt de behoefte aan literaire werken af. Het wordt vervangen door een stortvloed aan Manga. Wel zien we veel mensen lezen in de Metro. Van Haruki Marukami worden miljoenen boeken verkocht.

Helaas zijn in de boekenwinkels alle boeken in het Japans. Ik kan dus niet uitmaken of de moderne Japanner nog Literatuur leest en welke invloed al die westerse geleerdheid op Japan heeft. Wel zie ik een stortvloed aan tijdschriften, een overvloed aan Manga en veel technocratische management literatuur met ondersteunend allerlei boeken voor de jonge advocaat.

Kijkend naar Films zoals die van Akira Kurosawa dan is de haardracht wel volkomen westers geworden, zei het dat het allemaal keurig netjes zit, wat ik hier in Tokyo tegenkom. Het lijkt haast wel dat de Manga een onverbiddelijke invloed heeft op hoe jonge mensen er uit zien. In de wijk Ikebukuro komen we tientallen warenhuizen tegen met manga parafernalia. 10 verdiepingen met alles wat je kunt bedenken en dus kopen in relatie tot een Manga held. De sjabloonmatige figuurtjes lijken enorm op elkaar en het publiek dat massaal in deze pakhuizen wankelt, lijken sprekend op de Manga-figuurtjes. Er zijn verdiepingen speciaal voor jongens en speciaal voor meisjes. Van 16 tot 26 schatten we.

Morgen meer.