Dag 19: De Dolende

De opera La Traviata, De Dolende van Verdi gaat over de prostituee Violetta, men noemde dat wat wolliger ‘courtisane’, die in 1853 voor het eerst werd opgevoerd. De Film Akasen Chitai (Straat van de Schaamte) van Kenji Mizoguchi uit 1956 gaat over vijf prostituees die in een hoerenhuis werken in de toenmalige hoerenbuurt Yoshiwara van Tokyo.

Alfredo Germont een man van het platteland raakt verliefd op Violetta en zij geeft haar werk op om bij hem te komen wonen op het platteland. De wending in deze idylle komt als de vader van Alfredo komt klagen bij Violetta. De hele familie heeft er last van dat Alfredo samenleeft met een hoer. De zus kan niet meer trouwen, de zakenman kan zijn zaakjes niet meer doen. Het is een schande. Gelukkig laat Violetta zich ompraten en laat Alfredo in de steek, waarna ze aan de TBC sterft, hetgeen Joan Shutterland prachtig zingend doet. Happy end.

Miki is een van de 5 hoeren die er ogenschijnlijk vrijwillig aan het werk is. Op een dag komt haar vader uit Kobe haar verwijtend ophalen. De argumenten zijn hetzelfde. De zus kan niet meer trouwen, de zakenman kan zijn zaakjes niet meer doen. Iedereen spreekt schande over de hele familie. De moeder zou van verdriet gestorven zijn. Doet her ertoe dat Kobe de stad is die als eerste openging voor handel met het westen? Seksueel opmerkelijk gedrag en de “Western” wordt ook in andere werken als metafoor gebruikt, zoals in het boek Naomi van Junichiro Tanizaki uit 1927, waarin de 20-jarige Naomi, getrouwd met een Japanner, zich te buiten gaat aan mannen. Het is een schande.

Opvallend anders loopt het tussen dochter en vader in Japan, dan in La Traviata. Eerst verwijt dochter de vader dat hij zelf zijn hele leven zijn wapens buitenboord had hangen, en dat zijn vele escapades de dood van haar moeder hadden veroorzaakt en haar als dochter de losbandigheid hadden in gejaagd: “Ik ben zoals jij, Papa.” Daarna stelt ze wulps voor dat ze hem best als klant wil. Als ie dat weigert trapt ze hem het hoerenhuis uit. Eind goed, al goed.

Twee keer hetzelfde argument bij seksueel gedrag van een vrouw. De onlogische hypocrisie waarin de man zich te buiten mag gaan en de vrouw die daarvoor beschikbaar is, niet deugt. Is dat omdat ze eraan verdienen, de enige wraak die ze hebben? Al geldt dat niet voor elke prostituee. En dat de hele familie er last van heeft. Iedereen spreekt er schande van.

Is dit een “pattern which connects” zoals Gregory Bateson dat noemt in de Steps to an ecologie of Mind uit 1972 en Mind and Nature uit 1979: ”What pattern connects the crab to the lobster and the orchid to the primrose and all the four of them to me? And me to you? And all the six of us to the amoeba in one direction and the back-ward schizophrenic in another?”

Is mannenmoraal dominant, ongeacht enige religieuze achtergrond, of het nu Christenen of Shinto zijn? Was er eerst de mannelijke dominantie en toen pas het verhaal over die appel of andersom, zoals de christen ons graag doet geloven? Of heeft de op het westen gerichte Tanizaki een sjabloon gebruikt zoals La Traviata om zijn boek te schrijven en snapt geen Japanner waar hij het over heeft?

Wat kun je zien als wij door de stad zwerven? Dat de vrouwen eruitzien als meisjes die gered moeten worden. Poppetjes. Dat de zeer decente reclame onverkort dat beeld versterkt en dat in veel Manga in de schappen van de minimarkten, de vrouw als buitenproportioneel lustobject worden getoond. Dat er geen vrouwen zijn die afwijken. Dat er op een kruispunt in de shoppingwijk van Kyoto 10-tallen meisjes van 14 en iets ouder in roze plisé rokjes pro-life reclame staan te maken. Wel aardig is dat de brillenwinkel tegenover deze kwelende wezentjes een discountactie heeft op zonnebrillen en de verkopers met net zoveel verve hun brillen staan aan te prijzen. Geen sexy of uitdagende kleding.

Kruispunt in de shoppingwijk van Kyoto 10-tallen meisjes van 14 en iets ouder pro-life reclame te maken

In de film Samurai Rebellion van Masaki Kobayasi uit 1967 wordt een ongelukkig huwelijk tussen de hoofdrolspeler Isaburo Sasahara en zijn vrouw afgebeeld door een tegensprekende vrouw. Nog ff zeg. In de films van  Yasujirō Ozu gaat het iets te vaak over een weduwnaar die bijna te laat ontdekt dat hij zijn dochter van 24 moet uithuwelijken. Zoals Late spring of an Autumn Afternoon. Die films zijn rijk aan details die je pas ziet als je hier in Kyoto bent. Alle films die behoren tot het genre Shomin-geki, films over gewone mensen in alledaagse situaties.

We lopen hier tegen twee zaken op. De inhoud: wat is de verhouding tussen man en vrouw en daaraan gekoppeld de houding ten opzicht van sexueel gedrag. En het kentheoretische probleem. Kan ik zonder het te vragen in een samenleving deze vraag beantwoorden? Zeker in een land zoals dit dat nogal last lijkt te hebben van keeping up appearances en de neiging tot mystificatie. We hebben wat we om ons heen zien, we hebben de literatuur en we hebben de films die behoren tot de stroming Gendai-geki.

Het zijn wel het soort vragen die interessant zijn voor mij. Antropologie is voor veel mensen niet veel meer dan de beschrijving van ritueel gedrag uit een onbekende samenleving. Antropologen zijn mafketels die bij een indianenstam gaan wonen. Alain Quatermain. En dan gaan vertellen hoe ze hun goden aanbidden of hoe ze een doodsritueel doen. Zo wordt het ook verkocht door slimme antropologen die zijn gestrand met een vak dat te ver weg staat bij de gewone mens. Mooie oppervlakkig verhalen over tribale Élysée. En dan heeft men weer iets om bij weg te dromen. De wilde als sauvage noble, zoals Michel de Montaigne hem bedacht. De mens in de natuurstaat, waar wij overbeschaafden nog konden leren wat het is om mens te zijn. Een hardnekkig misverstand.

Voor mij is elke samenleving een manier om samen te leven. De Japanners doen het zus, de Hollanders doen het zo. Er is geen dominant beter. Sommige dingen zijn hetzelfde, andere dingen zijn anders. Het is allemaal la condition humain, ooit mooi maar verkeerd vertaald als het menselijk tekort door E. Du Perron. In Japan rondlopen helpt mij om te kijken hoe het anders is, en geeft weer wat ruimte om naar mijn eigen manier van samenleven te kijken.

Toen we deze avond terugliepen naar de Metro zagen we iets opmerkelijk. Je moet een brug over, over de Takano Rivier. De brug is druk. Onder de brug loopt een pad. Op dat pad, vlak bij de brug, maar omlaag, waar geen mens loopt en zeker ’s avonds niet, stond een jongen met een versterkte gitaar te spelen en te zingen. Aan het muntenbakje en de bordjes was te zien dat het ook om geld ging…. Alleen daar liep niemand. Boeiend.