Dag 26 Verstenen

De tempel Ryoan-ji is wereldvermaard omdat er een zentuin ligt met 15 stenen en daaromheen riviergrind geharkt. Waar je ook staat, je ziet één steen niet. Ik las daarover toen ik in Nederland was. Ik zocht de foto’s op op internet. Welk briljant wiskundig brein had dat bedacht, zo contempleerde ik. Ik schreef er zelfs over. Dat je dat niet alleen kon ontwerpen, maar ook, dat je er zo maar op komt. Ik zet 15 stenen zo neer dat je er steeds maar 14 ziet. In mijn fantasie waren ze allemaal even groot. Ik had enkelvoudig beeld van een eeuwenoud volk dat al in 1450 tot zo’n werk in staat was. En ook het beeld dat alle Japanners nog half samurai zijn, de Keizer nog invloed heeft op het dagelijks leven en vooral dat het er heel duur is. Ik blijf ‘ollander.

Ik kom in Tokyo en Kyoto een stad tegen die door de egaliserende werking van het liberale neo liberale kapitalisme elk willekeurige stad had kunnen zijn, op wat eigenaardigheden en vreemdheden na. Zoals de duizenden gebodsborden, die voornamelijk de terrouristische plekken bevolken als de nieuwe Kami. Allerlei instituties die de samenleving stabiliteit gaven zijn aan het verdwijnen.

Life-time employment verdwijnt en de flexibele workforce rukt op. In alle ketens worden we door jonge mensen bediend. Meer mensen blijven single en niet zo’n beetje ook. Was 20 jaar geleden 1,5% van de mannen van 50 single, nu is dat 17% en dames iets minder maar net zoiets. Het geboortecijfer ligt te laag en het sterftecijfer ook, de maatschappij vergrijsd in rap tempo. In Osaka heb je naar schatting 100 bordelen uitsluitend voor dames. Met het briljante concept eerst uit eten en dan de daad. De bevolking krimpt met een half miljoen per jaar. De regio loopt leeg.

En dan de natuur. De natuur is een gebruiksvoorwerp waaraan je kunt verdienen. Van het beeld dat ze als Shinto respect hebben voor de natuur, blijft weinig over. Volgens Alex Kerr had Japan een tropisch regenwoud in 1972 dat alle eilanden bestreek en is dat gerooid en wel nu een vervangen door eenduidige ceder aanplant, makkelijk te onderhouden en goed te gebruiken bomen. Een mooi voorbeeld voor Bolsonaro en Trump. Er staan toch bomen? En wat hebben we met Europa gedaan? Het is er doodstil dat wel, geen zichzelf respecterend plantje of vogeltje wil er wonen.

Daar komt dan die komende golf terrouristen overheen. 10 keer zoveel als in 2010. Wat de vernietigende werking daarvan is weten we in Amsterdam. Komen hier ook bierkarren met jolende bezopen nog jonge toekomstige opperrechters van America? Ik word nu al de “conceptjes” spuugzat van alle winkeltjes en barretjes in het terrouristencentrum. Winkels met handtasjes die worden afgewisseld door barretjes die ook toegankelijk zijn voor de terrourist. Niet zozeer dat ze de deur niet weten te vinden, maar wel dat ze niet te vreemd moeten zijn. Veel Retro en Amerikanismen. Veel barretjes zouden ook New York kunnen bevolken. Je stapt erin en als je eruit stapt ben je in SoHo.

De eigenheid en gastvrijheid die we nog wel in de buitenwijken treffen is weg. De buurtbewoners zijn hier niet. Het doet me denken aan mijn stamkroeg om de hoek in de Jordaan. Ome Cor zwaaide de scepter, na werktijd zat het vol, hij wist wat wij wilden drinken en bracht het zonder te vragen, Johnny Jordaan en Wim Sonneveld schalden van de grammofoon. Nu is het wat aangepaster, schoner, netter en kun je er kipsaté met atjar krijgen. Ik word aangesproken in het Engels door een aardige blonde dame, nee ome Cor is dood en zij hebben het gekocht van de erven. Ik ben de enige Amsterdammer daar, de stamgasten zijn gevlucht voor de prijzen en hoge huren. De zoon van André Hazes schalt. “Dat jong haalt het niet bij zijn vader,” zeg ik. “Nee, het is om triest van te worden,” verzucht de toch nog wel blonde Amsterdamse uitbaatster.”

We duiken tijdens een van de wandelingen een shoppingmall in buiten het centrum. Een lokale koffieketen heeft daar zijn intrek genomen. We worden omringd door ouderen die kwetterend, lezend en koffie-slurpend de dag doorbrengen. De Japanner is verbannen in eigen land naar de randen. Net zoals de meeste Jordanesen nu in de Frederik Hendrikbuurt wonen en daarachter. Het liefst geplempt in Almere of Lelystad.

Tegen die achtergrond is de betekenis van de tempel Ryoan-ji volstrekt verschillend met wat het altijd geweest is. Een terrouristische attractie, met een parkeerplek voor terrouristenbussen en kaartjesknipmevrouw en snuisterijenwinkeltje en voor uitleg een maquette en filmpjes. De tuin ligt als een maquette in de hal en de terrouristenleiders vertellen de terrouristen wat ze zien. De tuin is geen plek meer voor contemplatie maar van duiding, vermaak en “I have been here” selfies en stoere mannen die een plat plaatje maken van de tuin met Japanse spiegelreflexcamera’s met enorme lenzen. Japan is goed in het aan elke beweging wat verdienen.  

Het doet ertoe dat ik er ben. Het hele beeld van de briljante Japanse cultuur was al aan het schuiven.

Het is niet meer of minder briljant dan de onze, alleen wat verschillend in vorm en appreciatie. En zoals in Nederland, de egalisering vernietigd briljantie. Alex Kerr is als buitenlander de expert in het renoveren van oude huizen en David Bull een van de laatste Ikuyo-e drukkers.

De 15 stenen zijn van zeer verschillende grootte en ik denk nu dat het toeval is dat steeds een van de kleine steentjes niet zichtbaar is. Wellicht dat een mediterende monnik opeens dach: “shit, ik zie er steeds eentje niet” en dat op heilige voorzienigheid afschoof. Het is ook niet te checken of de claim klopt. Je kunt de tuin alleen van een platform zien aan de lange zijde. Eromheen lopen is verboden door tientallen storende plastic verbodsbordjes. Het zit hem ook in de aannames en de taal waarmee een plek als deze wordt beschreven. Niemand weet wie de tuin aangelegd heeft, zelfs het moment is onduidelijk.

Dus als er al een intentie achter ligt ligt die verscholen in een schaduwrijk verleden. En dan wat betekende de tuin voor iedereen die er al die eeuwen kwam? Wie onderhield de tuin? Toch lees je overal dat de tuin ontworpen is en dat de 15 stenen zorgvuldig zijn neergelegd volgens een geheim plan en dat zelfs de kiezelsteentjes zeer zorgvuldig zijn gekozen uit de rivier. In sommige teksten staat zand. Met zo’n frame ga je op zoek naar betekenis en niet naar ervaring. En door zo’n frame raak je de verbinding kwijt met de ruimte en het object. En dan al die betekenis die mensen erin zien. Dit mount hutsefluts, het grind is de zee etc…. Meteen zo plat als een dubbeltje. Wie weet lagen die stenen daar altijd al en dacht een gevoelig mens, wat mooi, ik maak er een grindpad omheen en zet mijn huis ernaast…

Het is gelukkig geen terrouristische toplocatie, waarschijnlijk ook omdat hij duurder is dan de anderen. Dat zal de Japanse Corendon dan wel op een uitsluiting hebben laten uitdraaien. Even daarvoor hebben we nog langs de gouden tempel van Kinkaku-ji gelopen. Als ik de plaatselijk Mogol was geweest die hem heeft laten bouwen en wist dat er nu dagelijks duizenden kakelende, selfie-makende terrouristen langs mijn huis zouden lopen, zou ik hem niet gebouwd hebben, of langs de rand van een klif met hoog risico op omlaag storten. Een klein zetje aan de laatste terrourist…

We kunnen dus even op het houten vlonder zitten. Het was een tuin waar de Abt aan woonde die er elke dag naar ging zitten kijken tijdens zijn meditatie. De vierkante tuin is vrij groot. 25 bij 10 meter. Een verhouding die ook hoort bij andere objecten in de Japanse geschiedenis. Dat zie je niet op de internetfoto’s. Ik lees nog ergens dat John Cage aan deze tuin een muziekstuk heeft gewijd. Mooi weer, maar ik herken de tuin niet. De ruimte waar hij woonde heeft dezelfde afmeting als de tuin. Japan is een vierkantenland. Ik vraag me af of al die abten sinds 1450 hebben geprobeerd het grind te tellen. Hoe hielden ze die steentjes schoon, het is een land waar het zeer vochtig is en de mossporen zijn overal. Een belangrijk deel van het schoonheidsideaal is juist grote stenen met mos. De stenen en muren zien er dan oud en sprookjesachtig mooi uit. Om de zen tuin ligt een grotere tuin en dat is bomen rond een meertje en mos op de grond.

We zijn de enige bezoekers die door de tuin om de zentuin wandelen, de rest spoed zich weer naar de Corendonbus voor een volgende marvelous experience. Het samenspel tussen mos en bomen en het meertje geeft rust.