Dag 3: Ukiyo-e

We gaan vandaag naar het Nationaal museum om Ukiyo-e te bekijken, de eeuwenoude druk kunst uit Japan. De Engelsman David Bull woont al jaren in Japan en is een Ukiyo-e meester geworden op eigen kracht. Hoe hij het voor elkaar kreeg weet ik niet, maar hij staat op de top lijst van de films die je kunt kijken als je met de KLM vliegt. De documentaire heet: Art of the game, Ukiyo-e heroes. Internationaal, dus ik heb de film gezien toen ik van Natal naar Nederland vloog. Ook in de vlucht naar Tokyo is hij zichtbaar. Ukiyo-e levert prachtige prints op. Al eeuwen. Nu zijn er nog maar 10 vaklieden die het kunnen in Japan en David Bull wordt als een van hen.

KUNIYOSHI Princess Takishaya calling up a Monstrous skeleton specter at the old palace in Soma

Hij heeft zijn eigen studio in Asakusa, vlak bij de voor toeristen interessante Senso-Ji tempel. De bhodisvata die daar staat, is er om het geluk te bevorderen, dus kun je voor 8 cent een soort I-tjing met stokjes doen. Je schut een doos met stokjes, daar staat een woord op en dan haal je uit een la, met datzelfde woord een papiertje. Als het goodluck is, moet je het meenemen, als het bad luck is, moet je het opgevouwen aan een stok achterlaten in de tempel. Een plaatselijk opruimmeneer, gooit ze dan weer weg. Het leven is simpeler dan je dacht. De hele omgeving van Senso-Ji staat in het teken van toeristen. De gids prijst de wijk aan omdat allerlei kunstenaar zich daar vestigen om hun kraftmanship te tonen, maar we zien voornamelijk snuisterijen en hebbedingetjes voor bij het haardvuur. Dat David Bull daar tussenzit verbaast me dan ook. Een van de laatste Ukiyo-e meesters en heel actief. Zijn winkel zal wel bevolkt zijn door personeel en hijzelf zal wel contemplatief en wel zich teruggetrokken hebben in het bos. Niets is minder waar. Direct links bij de ingang is hij bezig met een print. Uit een stuk rozenhout snijdt hij een woeste octopus.

Senso-Ji

Ik schud hem hartelijk de hand en zeg dat ik het geweldig vind hem te ontmoeten: “We came all the way to Tokio to meet you.” Overdrijven hoort erbij. Hij wil weten hoe we wisten dat-ie hier zat. Via de KLM zeker. Ik vergeet daardoor te vragen hoe dat ontstaan is, de documentaire is op internet nauwelijks te vinden. Als ik hem vraag om voor ons zijn favoriete print uit te kiezen, zodat we die kunnen kopen, komt er net een jonge aanstormende kunstenaar met zijn moeder binnen, die helemaal uit New York gekomen is, waar hij aan de art-academie studeert. Dat komt hem op exclusieve aandacht en een preek te staan. Kunst kun je niet leren op een academie en als je jong bent heb je nog geen verhaal, etc. Ik mompel iets over Rimbaud en Mozart, maar dat zijn kennelijk onbekenden in dit universum.

Het absolute doet mijn interne dialoog op de “het zou kunnen” stand zetten. Na een hele lijst van zaken waaraan een kunstenaar dient te voldoen, hoop ik nog een duitje in de zak te doen, het is ook handig als je geobsedeerd bent, als het een obsessie is. Ook dat blijkt onjuist. Je moet er stuborn voor zijn. Koppig. Ik geef het op. Laat ik maar niet over talent beginnen of zo. De jonge aanstormende New Yorkse kunststudent en zijn moeder bedanken voor de wijze lessen en gaan huns weegs. Hij vraagt nog wel wat ik maak nu, wellicht om weer een bruggetje te slaan. Als ik zeg dat ik schrijf, films maak, schilder en nog zo wat, wordt ik weer weggezet: ah, je bent Leonardo da Vinci. We kopen wel 3 prints, want wat mensen in het sociale doen, heeft nauwelijks invloed op hun kunde en hun liefde voor hun eigen product. Hij laat voelen dat een Ukiyo-e print reliëf heeft en dat ook daar mee gespeeld wordt. Vriendelijk groetend verlaten we zijn studio weer.

Terug naar het Nationaal museum. Dat is dus half open. We dwalen nog wat door de zalen met artefacten van de oude elite. Vazen, zwaarden, lakwaar, kleden en schilderijen. Alles is groot en ruim opgezet. Alles staat in vitrines.  Ik wordt er moe van. De presentatie van artefacten roept een onbegrijpelijke werkelijkheid op. Wat is dit? Wie bepaalt de selectie? Wie bedenkt er de manier hoe dat dan gepresenteerd wordt en wat willen die personen daar dan mee zeggen?

Er is gelukkig nog een museum met Ukiyo-e. Het Ota Memorial Museum. We zitten 40 minuten in de JR trein om te ontdekken dat dat museum ook dicht is. We zullen Tokyo verlaten zonder de prints te zien van de oude meesters.

Morgen meer

Tokyo National Museum