Paspoort kwijt. Voor het eerst in mijn leven. Natuurlijk ligt daar weer een menselijke, al te menselijke conditie aan ten grondslag. De afgelopen halve eeuw dat ik reisde, legde ik mijn paspoort op een veilige plek op mijn verblijfplaats en dacht pas weer aan dat absurde document, maar oh zo betekenisvol voor mensen die denken dat grenzen bestaan en vooral degenen die er een muur op kunnen bouwen, op de dag van vertrek. De dag van terugkeer werd het paspoort dan veilig opgeborgen op een makkelijk te bereiken plek, zoals een jaszak en vier keer getoond. Een keer bij de balie van de luchtvaartmaatschappij, een keer bij de douane en vaak een keer bij het instappen van het vliegtuig. En op de aankomstplek, een keer aan de douane. Dat was het wel. Maar als je dat illusoir boekje met stempels niet hebt, kom je het land niet meer uit.
In Japan krijg je als “foreigner” korting op de belasting als je spullen koopt. Je moet wat je koopt dan wel meenemen het land uit. Dat is de wet. 8% maar liefst. Dat willen wij als rechtgeaarde ‘Ollanders natuurlijk wel. “Discount” in winkels die verder om hun terouristengehalte 10 keer duurder zijn dan de winkels voor de “locals” 8% korting. Wie wil dat nou niet.
Dan moet je wel je paspoort bij je hebben. Ze zetten dan bij elke aankoop een stempeltje in je paspoort en klikken de aankoop bon erin. Zo kan de meneer van de douane zien dat je de korting terecht verkregen hebt, meldt een van de verkopers. Eerlijkheid wordt boven alles van ons verwacht en zeer gewaardeerd. Ik zit er even mee of we al die lege flessen whiskey dan mee moeten nemen.
En dus zit mijn paspoort in de tas met de fototoestellen. Verandering van omstandigheden en hebzucht doen goede gewoonten verbleken als sneeuw voor de zon. Een tas waarin de drie camera’s en al hun accessoires en oplaadapparaatjes driftig in en uitgepakt worden gedurende onze zwerftochten. Geen veilige plek voor een paspoort. En dus… juist.
Op een donderdagse zwerftocht van maar liefst 14 kilometer zijn we hem ergens onder weg kwijtgeraakt. Vrijdag overdag merk ik de afwezigheid van het rode boekje en ’s-Avonds vinden we hem thuis nergens. We ruimen zelfs het huis op. U heeft pech, paspoort weg.
We melden vrijdagavond het de ambassade die binnen 48 uur antwoord zal geven. En dat na 72 uur doet. Nederlandsche stiptheid en in het Engels. Op zaterdag gaan we naar de politie om aangifte te doen. Wat we nodig hebben is een verklaring dat we aangifte hebben gedaan, een document voor de ambassade anders kunnen ze het paspoort niet maken. Maar wie weet, is het paspoort gevonden.
Nu blijkt er weer een verschil te zijn tussen een station en een bureau. Op een bureau kunnen ze uitzoeken of het paspoort is gevonden, of beter als geregistreerd staat als gevonden, en ze kunnen een officiële aantekening maken dat je aangifte wilt gaan doen. Uiteraard zijn de bureaus op zaterdag dicht. Men werkt bij de politie van maandag tot vrijdag van 09:00 tot 17:00. Misdaden die buiten deze openingstijden gepleegd worden, moeten maar even wachten.
Het station is een heel klein hokje zonder stoelen voor de bezoekers. Er ligt een bordje op de balie voor als ze weg zijn. Er staat: als we weg zijn, zijn we op patrouille en kunt u ons bellen op… en dan volgt er een telefoonnummer. Nou maar hopen dat het niet de vaste lijn is. En het heeft iets paradoxaals: als we weg zijn kunt u de politie bellen…
Twee jonge agenten in vol ornaat komen ons helpen. Vriendelijk en accuraat. Om onze conversatie enigszins te versoepelen hebben ze een app op hun Ipad waar ze Japans inspreken en dan kun je de vraag in het Engels lezen. Andersom werkt ook. Sabya heeft bedacht dat elke ambtenaar in functie vaak wil weten hoe laat en waar je iets bent kwijtgeraakt, dus hebben we een lijst gemaakt van de plekken waar we de dag van vermissing zijn geweest. Met tijdstippen. Inderdaad vragen ze die gegevens, maar als ze de lijst zien, krijgen we die weer terug.
2 keer zeggen we dat we het paspoort 2 dagen geleden zijn kwijtgeraakt en dat we een verklaring nodig hebben. Ze gaan aan de slag. Het paspoort is nog niet gemeld, zo melden ze. Dan komt er een senior in leeftijd agent beneden. In burger, zoals dat heet. Hij biedt ons stoelen aan om te gaan zitten en begint het hele proces opnieuw. Hij spreekt 5 woorden meer Engels, dus hij is the boss. De jonge agenten laten hem gaan en maken onderwijl hun proces af. De oudere agent wil weten in welke steden we zijn geweest en hoe we in Kyoto zijn geraakt en hoe lang we hier al zijn. We zijn hier al 3 weken, vertellen we en we zijn met de Shinkansen uit Tokyo gekomen. Daar zijn we op Narita geland en een week gebleven.
Het paspoort zeggen we uitdrukkelijk is pas woensdag verdwenen. De oudere agent belt met centraal. Nee, het paspoort is nog niet gevonden en hij gaat JR railways bellen, de uitbater van de Shinkansen, en vraagt of zij hem bij gevonden voorwerpen hebben liggen. Uiteraard zeer verbaasd horen we aan dat hij niet in de Shinkansen lag. Behalve deze kleine misverstanden is de sfeer hartelijk en vriendelijk. De oudere man wil weten hoe oud Sét is en hij krijgt een politiefluitje, waarop hij moet blazen als er gevaar is. Als ik hem later uitprobeer krijg is danig op mijn flikker van Sét. Het was alleen bedoeld voor gevaar.
Inmiddels is er een formulier klaar waarop staat dat we deze zaterdag op dit station zijn geweest en de twee agenten wijzen aan waar ik moet tekenen. Het blijkt alleen niet het document te zijn dat we wilden hebben. Daarvoor moeten we maandag naar het politiebureau. Helaas pindakaas. Ons beeld van de politie is weer wat bijgesteld. Kan zijn dat ze veel macht hebben en mensen vast kunnen zetten zonder proces-verbaal. Maar ze komen ook heel betrouwbaar over en we hoeven geen steekpenningen te betalen, zoals in Bolivia ons wel overkwam. We krijgen een coupon mee met een handgeschreven protocolnummer en nemen vrolijk afscheid.
Maandag vervoegen we ons bij het Politiebureau, een 100 meter verderop. Hoe komt het toch dat alles precies lijkt op de tekenfilms die ze hier maken. Er loopt een echte prototype rechercheur rond, de balies zijn zoals het hoort en zelfs het loket voor gevonden voorwerpen komt in zeker drie tekenfilms die ik ken voor. Inmiddels heeft de Ambassade ons hun instructies opgestuurd, in het Engels. Dat wordt een stapel documenten, twee pasfoto’s en een bezoek aan de Ambassade in Tokyo en vingerafdrukken. Totale kosten inclusief foto’s en retour Shinkansen: ongeveer 350 euro. Dat is toch wel een flinke domper op de 16 euro korting die we tot nu toe gehad hebben. We moeten nog heel veel kopen om die 350 euro er weer uit te krijgen. Maar het paspoort is binnen 4 dagen gegarandeerd klaar. De Nederlandse overheid staat voor niets.
De agente die ons helpt, is ook de vriendelijkheid zelve. Ze komt naast ons zitten op een bankje met de verklaring die we nodig hebben en die we samen gaan opmaken. Wel in het officieel Japans, maar ja de ambassade zal wel polyglot zijn, dus wat maakt het uit.
Ze vraagt ook aan Sét hoe oud hij is en glundert dat ze zelf een dochter van 8 heeft. Volgens Sabya wil ze verkering met me zo lief doet ze, maar ik vind haar te skinny. Ook hier voelen we ons weer op ons gemak en ik kijk mijn ogen uit en duik af en toe een verboden gang in om maar zoveel mogelijk te ervaren. Men is te druk om mij waar te nemen, dus ik kan rustig mijn gang gaan. Ze loopt wel 5 keer terug naar de balie om dingen te vragen, ze wil het graag goed doen en kennelijk is alles ambigue. Als ze ons adres vraag, vraag ik, “die van hier of in Nederland,” en weg is ze. Er ligt zelfs een geplastificeerd ingevuld format klaar, die ze dapper over begint te schrijven.
De verklaring is navenant. Er staat dat we het paspoort kwijt zijn geraakt tussen onze aankomst een maand geleden en gisteren en wel om 00:00 uur. Ik tast mijn herinnering af wat we elke dag om 00:00 uur hebben gedaan, maar vind geen aanknopingspunt. Meestal lag ik op bed. Ik moet 400 yen betalen, we krijgen een stempel, zegels en ik moet over de zegels heen 4 keer mijn handtekening zetten. Dan krijgen we een afschrift en is het klaar. Ze verontschuldigt zich wel 100 keer dat we die 400 yen moeten betalen en als ik met mijn Jordanese grappigheid een zielig gezicht trek, is Leiden helemaal in last. We stellen de agente gerust, koffie is hier duurder.
Ik heb net de handtekeningen gezet als ik gebeld word. Deus ex machina. De ambassade dame belt en meldt dat ze net een mail heeft gehad van een restauranthouder dat het paspoort gevonden is. We zijn blij, want nu kunnen we onze korting alsnog innen, 16 euro!
Daar gaan we copieus van eten. En wel bij het enige Israëlische restaurant met falafel en broodje kip en humus, dat we ooit zijn tegengekomen in Japan. We nemen de taxi naar het restaurant Aioi waar we het paspoort zijn kwijtgeraakt. Als we aankomen, vragen we de chauffeur even te wachten. Die vraagt: “Hoe lang?” Als ik zeg dat het maar een minuut duurt, begint hij heftig met zijn hoofd te schudden en wil ons zijn kaartje geven. Het vooroordeel dat je naar een restaurant gaat om te eten en niet om een paspoort te halen, zit er diep in. De jongen van het restaurant die ons bediende komt naar ons toe en begint onmiddellijk te glimlachen, haalt het paspoort op en overhandigt het. We hadden gelezen dat er verplicht vindersloon gegeven moet worden en wel 20% van de waarde. Je zal daar je vrouw toch kwijtraken. Die wet roept inderdaad nogal wat conflicten op, lezen we op internet. We bieden dan ook 4000 yen aan, maar hij weigert. Gelukkig maar denk ik, anders hebben we die 16 euro er alsnog niet uit. Samen met zijn moeder zwaait hij ons uit en in een Japanse e-mail verontschuldigt hij zich dat het zolang heeft geduurd en wenst ons nog een geweldige tijd toe in zijn land.
Behalve de taxikosten heeft deze interessante kennismaking met de cultuur van Japan ons niets gekost. Die zijn ongeveer 18 euro. We betalen het gelaten, het kan niet altijd meezitten, hadden we maar moeten gaan lopen.