Dag 34: Heat

Natuurlijk kent iedereen de uitstekende vertaling van het boek La condition humaine uit 1933 dat onovertreffelijk vertaald werd door E. Du Perron, als het menselijk tekort, de niet zo fortuinlijke vriend van Menno ter Braak.

Ikzelf ben blijven steken bij La condition humaine, een begrip dat dieper aan geeft dat wij als mens onze eigen conditie zijn. Het wellicht apocrief verhaal dat in mijn hoofd is blijven hangen is dat E. du Perron, op bezoek bij André Malraux in Parijs, de manifestaties van het surrealisme totaal miste, laat staan dada kende. Geen tekst van hem die er naar verwijst. Terwijl de manifestaties een paar straten verderop plaatsvonden. E. Du Perron miste de heat, dat hield ik eraan over. Hampton court heb ik altijd een vreemd boek gevonden, niet passend in de tijdgeest van de wereld. En het land van herkomst, hoe briljant ook, een dialoog met niet aangehaakte zonderlingen, zoals Greshof en Malreaux.

Dat gevoel bekruipt me al heel lang, maar in Japan wel inbijzondere mate. Er is geen heat te bekennen. En dan de angst hebben dat jedoor een straat loopt, die net de Taj Mahal van de contemporaine kunst vanJapan aan het blote oog onttrekt en je thuis leest dat daar de heat was.

Ik ben nog nooit zoveel brave, nette, gedisciplineerde, altijd vriendelijke zeer oppassende en keurig geklede mensen tegen gekomen als in Japan. Ik weet niet in welk Japan Ed van der Elsken is geweest, maar zijn beelden zijn onherkenbaar en verdwenen. Zouden ze hier mensen met een uiterlijke afwijking, ‘s-nachts opruimen? Doodeng allemaal, het lijkt Nederland wel, al hebben wij gelukkig 30% allochtonen, dat fleurt nog wat op. Hier zijn 2% allochtonen, grotendeels Koreanen.

Dit is voor iemand die nog het gevoel van opstand uit de jaren 60 heeft meegekregen en de revolte van de jaren 70 met zijn linkse ideeën als ideaal een vreemde gewaarwording. Alsof het grote werk van de beschaving klaar is en ons nog rest te leven als in Japan. Alsof we zijn beland op het einde van de geschiedenis van Francis Fukuyama, die dan wel een Amerikaanse Japanner is van rechtse kunne, maar toch.

Vandaag gingen we naar de villa van Denjirō Ōkōchi. In de jaren 20, het gouden tijdperk van de film in Japan, één van de gevierde acteurs. Over hem vind ik nog maar weinig terug. Op Wikipedia een halve pagina en dat was het wel. Nooit getrouwd geweest, geen kinderen bekend. Speelde in Samoerai films. Werkte met Akira Kurosawa en andere bekende directors. De jaren 20 en 30 waren heat voor de film in Japan. Nu niet meer. Alles is blockbuster en anime geworden. Dat laatste dan ver beneden het niveau van wat in de periode van Ghibli geproduceerd werd.

Zijn huis in Kyoto is bewaard gebleven. Het is voor ons aan de andere kant van de stad. Eerst 20 minuten met het treintje, dan 15 minuten met de metro en dan bij het grote paleis overstappen op bus 93. Dan 38 minuten naar het Osdorp van Tokyo kijken en je komt op de plaats van bestemming aan, althans in de buurt, het is nog een 20 minuten wandelen. Rust is verzekerd, want de entree is hoog.

Komen we met de bus toch aan in een straat die ingericht is voor terrouristen. Vreselijk. Er zit hier ook een bamboebos en nog wat anderedingen die ik weiger op te zoeken. Een straat van een kilometer volterrouristenrestaurants, ijsjesverkopers, snoepverkopers, tassenwinkels en nogzo wat. Vre-se-lijk. Het amuserend publiek komt met buslading tegelijk aan.Parasiterend op een beeld uit een samengeraapt en gefantaseerd verleden. Mensenkunnen hier kimono’s en voor de heren een ouderwets pak huren en dan in diekleren die straat afkuieren. Met parasol en om de 5 meter een selfie of Iphoontjevan hun partner. In klassiek pose. Het moet allemaal wel zoals het hoort.

Ik begin te vermoeden dat het 1000-jarig rijk al isaangebroken en dat dit het is. De heat is er gewoon niet meer. Geen nieuwheidmeer, geen stroming als het surrealisme, geen dada, geen Andy Warhol en deFactory, alleen nog maar amusement en dan het liefst volgens strakke regels vanhet consumentisme.

Is dat het grootse proces waar Nietzsche over droomde? Is het la condition humaine van de mens dat ie in opperste oppervlakkigheid zich amuseert en zich laat amuseren? Tendeert een sociaal systeem hiernaar? Is la condition humaine, niet meer dan het menselijk tekort? Een tekort aan moed, een tekort aan daadkracht, een tekort aan fantasie? Dooft de heat als de samenleving klaar is? Worden dan alle rafelranden aangeharkt en volgeplemd met juppenhuizen, zoals in Amsterdam en New York gebeurd is?

Het zal natuurlijk altijd de vraag blijven. Ben ik als E. du Perron en loop ik altijd op de verkeerde plek, of is er gewoon geen heat meer? Past aan het eind van het proces van een neo liberale ordening geen rafelrand meer? Is Japan nu klaar en volgt er een 1000-jarig vredesrijk? Een rijk weliswaar waarin persoonlijke vrijheden zeer beperkt zijn en dat moreel blind is voor de ellende van andere regio’s. Maar voor amusement en consumer products, wil men die vrijheid graag kwijt en wie koopt er nu een Iphoon 10 XLS voor moraal?

Het land wordt nu door Shinzo Abe klaargemaakt voor hetterrourisme en dan kun je je geen rafelranden veroorloven. Met komt hier om tespatzieren en zich te amuseren, op elke plek blijft men maar een paar dagen.Gekken zoals wij die een maand in een stad gaan wonen zijn ongewenstebuitenlanders. Op het Davos congres maakt de man reclame voor Japan en lokt debuitenlander met Saké, gemaakt van rijst die door zijn vrouw verbouwd is. “I hope you’ll enjoy Japanese foodand sake, the strongest of the country’s soft powers, and visit Japan to enjoythe real stuff,” Aldus Abe.

Onderwijl wordt de porno uit de schappen gehaald en straten omgetoverd in flaneerroutes vol gebrek aan authenticiteit en rete duur. Voor een ijsje betaalden we hier 550 yen waar het om de hoek voor 200 te krijgen is en ook de pizza was 2 keer zo dun en duur. Dus eigenlijk 4 keer duurder. Busladingen dagjesmensen, giebelend en druk met elkaar bezig flanerend langs de lokkende productofferings.

Gelukkig ontsnappen we de straat richting het huis van Denjirō Ōkōchi. Het klopt, bij dit huis geen kip of hond te bekennen. Het ligt tegen een berg op, een prachtige tuin, waar hij zijn hele leven mee bezig is geweest om die te ontwerpen, ergens halverwege een prachtig huis met uitzicht op Kyoto en aan de andere flank uitzicht op een ander berg.  Doodse stilte. Hoe was het voor hem om dit huis te bouwen en dit park aan te leggen? Voor wie deed ie het? Was ie echt alleen of wellicht homo en had ie een vriend en kon je dat niet melden in die tijd?

We komen niks te weten over hem. Gelukkig weet Internet het niet, we moeten ons best doen om deze zeer beroemde man te vinden. En iemand die zo’n huis en tuin ontwerpt maakt wel nieuwsgierig. Een prachtige combinatie van struiken heesters, mos stenen en bomen en in de zomer bloeit het allemaal met andere kleuren. Een pad en stukken grind slingeren door de tuin. Hij was even heat. Zijn laatste film in 1961 was een kassucces. Bulkte dus van het geld. Was ie hier veel? Wandelde hij vaak door zijn eigen tuinen? Hebben hier kinderen gespeeld? Nu komen er nog alleen wat verdwaalde mensen. De heat is gone hier, waar is ie toch?